Volgens sommige culturen is het de bedelaar die de gunst doet aan de gever.
Redelijk onfris, ongeschoren en met een nogal vettige en zeer volle rugzak op zijn rug kwam de lang opgeschoten, beetje slungelige jongen mijn winkel binnen. “Meneer heeft u wat geld voor me? Ik heb vannacht in een parkeergarage geslapen en heb haast nog niets gegeten.” Ik schatte hem zo rond de 20 jaar, een beetje de leeftijd van mijn oudste kinderen. Hij had ook iets vertederends, kinderlijks. Ik luisterde naar zijn verhaal en gaf hem wat geld en de boodschap dat hij zichzelf moest vermannen en dat ik hoopte hem ooit nog eens te zien als het beter met hem ging.
Enkele maanden gingen voorbij en op een gegeven moment komt er een redelijk frisse knaap mijn winkel in die met verwachtingsvolle ogen naar me kijkt. Nu is het onthouden van gezichten niet mijn sterkste punt dus ik herkende hem niet meteen. “Meneer? Kent u me niet meer? Ik ben een tijd geleden hier bij u geweest en toen gaf u me wat geld en vertelde me dat u me weer wilde zien als het beter met me gaat, en daarom ben ik nu hier gekomen.”. Ik herkende hem weer en vroeg hoe het met hem ging. “Ik heb een job gevonden en een vaste woonplek en dat wilde ik u vertellen.”
Aangenaam verrast vroeg ik nog wat door en wilde afronden toen hij nog een beetje bleef dralen. Er was namelijk nog een “klein probleempje”. Hij wilde graag van het weekend naar zijn ouders aan de kust en vermits het nog niet het einde van de maand was had hij nog geen geld. Ik gaf hem nog wat geld voor de treinreis met de mededeling dat ik het hem niet gaf maar leende en dat ik hem enkel de volgende keer wilde zien als hij het me terug kwam brengen. Met hondstrouwe ogen beloofde hij langs te komen zo gauw hij uitbetaald werd.
Toen ik die avond dit voorval met mijn kinderen aan tafel besprak was ik hun held. Hún vader had iemand die aan lager wal was geraakt zó kunnen motiveren dat die zichzelf uit zijn nare situatie op aan het werken was. En ik moet eerlijk zeggen het gaf me ook best een goed gevoel.
Toen ik enkele weken geleden naar huis reed zag ik hem weer. Hij sprak een voorbijganger aan met dezelfde mimiek die mij zo aansprak en ik zag de aangesprokene zijn portemonnee opendoen...
Het heeft toch even geduurd voor ik mijn kinderen dit verteld heb. Het was toch eigenlijk fijner hun held te zijn dan hun kneus. En over die jongen kun je zeggen wat je wilt, maar één ding is zeker: hij geeft tenminste waar voor zijn geld.
No comments:
Post a Comment